Er bestaat geen relatie meer tussen politieke
voornemens enerzijds en het resultaat van de uitvoering ervan anderzijds. Dat
ligt onder andere aan het feit dat de hoeveelheid beschikbare gegevens zo groot
is, dat er veel meer dan één politieke lijn uit de informatie gehaald kan
worden. De hoeveelheid informatie is zo groot, dat er al in een vroeg stadium
geselecteerd wordt aan de hand van partijgebonden en persoonlijke voorkeuren.
Een ander gegeven is, dat naast de
hoeveelheid, ook de snelheid van de groei van de hoeveelheden gegevens enorm is
toegenomen. En dus de snelheid van de veranderingen in de wereld, waar de
gegevens een weergave van zijn. De politiek is niet meer in staat om al die informatie
in de breedte noch in de diepte te verwerken; keuzes worden aan de hand van de
ideologie gemaakt. In de historische wetenschappen heet dit inlegkunde en dat wil zeggen: de
werkelijkheid aanpassen aan de eigen verwachtingen over die werkelijkheid, of
te wel de uitkomst van een onderzoek in overeenstemming laten zijn met de eigen
partijlijn.
Geen der partijen kan de hoeveelheid
informatie en de snelheid van de veranderingen aan, ook niet als er een
contingent hoogleraren aan een bepaald onderwerp wordt gezet. De congregatie is
erop gericht om de eigen standpunten helderder dan voorheen onder de aandacht
van het publiek te brengen en ondertussen neemt de flexibiliteit in het denken af en de
dogmatiek toe. Links en rechts polariseren, het centrum verdwijnt, de kloof
wordt steeds groter.
Prinsjesdag gaat over plannen naar de toekomst.
Wat zijn de voornemens voor het volgend jaar, hoe zit de financiering in elkaar
en hoe zit het met de uitvoering van de voornemens? Hoe zit het met de kans van
slagen? Als hij eerlijk is, kan de politicus alleen maar zeggen: “Geen idee.”
De reeksen amendementen die na Prinsjesdag worden ingebracht, zullen niets aan
de geplande werkelijkheid verbeteren, omdat ook de oppositie niet weet wat
morgen, laat staan overmorgen zal brengen. Regering en oppositie kunnen
alleen maar afwachten en kijken hoe het gaat.
Maar, dames & heren politici, het kan ook
anders. Sterker nog: Weerman Erwin Kroll zou een uitstekende premier zijn. Afgelopen
zomer deed weerman Erwin Kroll een weersvoorspelling, maar deze keer zei
hij (geparafraseerd): “Ik weet niet wat voor weer het morgen wordt.
Op basis van de gegevens die we hebben kan het morgen zonnig en warm worden,
maar als het hoge drukgebied iets verder doorschuift richting Zuid Europa,
zitten we morgen met de gebakken peren onder invloed van het lage drukgebied nu
bij Schotland ligt en dat dan dominant wordt op onze weerkaarten. Kortom: Ik
weet het niet.” De handen kunt u er zelf bij bedenken.
Met Premier Kroll wordt de politiek ontdaan van een hoop dikdoenerij; al die mannekes die precies denken te weten hoe het land ervoor staat, hoe verkeerd de anderen het doen en hoe geweldig hun eigen oplossingen wel niet zijn. Prinsjesdag, de Eerste en Tweede Kamer, het wekelijkse praatje van de minister president het vrijdagse kabinetsberaad en het interview erna, kunnen nu worden opgeheven. Daarvoor in de plaats iedere avond Premier Kroll die op het einde van het nieuws uitlegt dat "dit en dat" ongeveer de toestand van dit moment is, dat het erop lijkt dat "die en die" verandering eraan zit te komen en dat overmorgen misschien....
Hoe dan ook: Zeker is, dat morgen alles weer anders zal
zijn en dat is een stuk realistischer, zou ik zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten