dinsdag 4 februari 2014

Earth Calling Niburu! Earth Calling Niburu!

De laatste dagen zie ik regelmatig teksten van Niburu op Facebook voorbijkomen over contacten met buitenaards leven. Is dat nou zo bijzonder dat er apart melding van gemaakt moet worden; dat er een aparte website voor in het leven moest worden geroepen? Lijden veel mensen niet aan het post-“The War Of The Worlds”-syndroom?

Orson Welles (1915 - 1985)
Lang niet iedereen lijdt daaraan en omdat veel mensen nog niet geboren waren in de late jaren 30: “The War Of The Worlds” was een hoorspel gemaakt aan de hand van een verhaal van H.G. Wells uit 1898, waarin buitenaardse wezens de aarde komen vernietigen. 
Orson Welles maakte er een hoorspel van dat op 30 oktober 1938 werd uitgezonden, vlak voor Halo´ween, waarna in het zendbereik van het radiostation complete paniek en chaos uitbrak onder de luisteraars. Overtuigd van de aanwezigheid van aardevernietigende buitenaardse wezens, trachtte de luisteraar de stad New York te ontvluchten. Daarna zijn er natuurlijk films en verschillende tv-series geweest, die een horde aan strenge gelovigen in bedreigend buitenaards leven heeft opgeleverd. 
De vernietiging van de aarde is centraal blijven staan in dergelijke series. Alsof we dat zelf niet kunnen! Daar is echt geen buitenaards leven voor nodig! Een onnozel vertrekpunt voor een film dus, maar in het algemeen is angst een heel goed verkoopargument. Bange mensen denken hun angst af te kunnen kopen en zijn zo een prachtige melkkoe. Zo zijn de Kerk en de verzekeringsmaatschappijen ook groot geworden, ten slotte. Wells en Welles deden dat natuurlijk ook: inspelen op angst
Dan is er nog iets. H.G Wells had in 1898 een science fiction roman geschreven. Maar in elk hoorspel, elke roman, elke film en elke tv-serie moet een protagonist en een antagonist zijn. Dat betekent dat er een personage moet zijn met wie de kijker (enz.) zich identificeert, meestal de held, “de goeie,” in het wit. De antagonist is “de kwaaie,” in het zwart, die alles dat de goede voor elkaar probeert te krijgen, naar de gallemiezen probeert te helpen. Zwart tegen Wit, Goed tegen Kwaad, het Licht tegen het Duister, altijd gaat het om strijd, Batman tegen The Joker, om oorlog.
En dat is maar goed ook. Stel dat een film alleen maar protagonisten als personages zou hebben. Dan is die film doodsaai. Men is het altijd met elkaar eens, alles wat wordt ondernomen, gaat glimlachend goed, nooit een onvertogen woord. Je sukkelt in slaap waar je bij zit. Stel vervolgens, dat de buitenaardse wezens hier op aarde kwamen en zich als een protagonist zouden gedragen. Saai, niet te pruimen, slaapverwekkend, geen bal aan!
Dat is 'm dus niet. Van de buitenaardse wezens werd dus een antagonist gemaakt om het verhaal op gang te helpen en te houden. Ze zijn een literair personage dat altijd als vernietigend monster wordt neergezet (behalve in Men In Black I.) Of de vernietiging van de aarde een positief of negatief gegeven is, is overigens een kwestie van perspectief.

Buitenaardse wezens hebben dus een negatief imago opgeprikt gekregen. In het collectieve menselijk bewustzijn zit een diepe angst voor alles dat vreemd is ingebakken, daar is de laatste eeuw ook angst voor buitenaardse wezens bijgekomen. 
Maar het kan ook anders. 
Vaste bezoekers van Aravinda in Almere Haven en lezers van dit blog of van de nieuwsbrief van Aravinda, weten inmiddels van de scheiding die we maken tussen hogere en lagere energie. Centraal bij de lagere energie staat hun eigen heilige drie-eenheid Geld, Macht en Status. Materie staat in hoog aanzien. Zij die dit niveau ontgroeid zijn, worden meer bekoord door de heilige drie-eenheid van de hogere energie: Geven, Gunnen en Delen, de spirituele GGD. Het materialisme is verlaten.

Dat is ook zo na het overlijden. Zij die opgesloten zijn in de verdichting van de drie laagste chakra´s, blijven dat als ze even geen ruimtepak meer dragen. Als ze vervolgens incarneren en een nieuw ruimtepak aangemeten krijgen, komen ze op het zelfde niveau binnen als waarop ze weg gingen. Het is dus niet zo, dat wanneer je flink veel verzekeringen en aflaten hebt betaald, je een stoeltje naast God hebt verdiend in de hoogste energetische lagen. In tegendeel, het is een laag–energetische redenering. Van deze energie kunnen we ook zeggen, dat die aarde-gebonden is. Wanneer na bepaalde tijd bij de groei van de ziel het vierde chakra wordt bereikt, is de overgang naar de hogere chakra´s ingezet. Pas dan wordt na de dood het energetische niveau van de aarde losgelaten en verblijft de ziel steeds meer in de hogere energetische lagen.
En waar ben je dan als je tussen twee incarnaties in zit? Je hebt als je dood bent geen materie meer, dus kun je in principe overal zijn – en zo is het ook. Velen onder ons komen energetisch gesproken van Andromeda of een andere verre ster of planeet en worden op aarde gezet om voor anderen iets te betekenen op een hoger energetisch niveau.

Kijk: daar heb je je buitenaardse wezens! En ze vallen best mee. 

M.A.S. 4.2.14

vrijdag 20 december 2013

Alweer geen kerstverhaal


Sinds een jaar of wat ben ik bezig met het reconstrueren van het leven van Urbanus I. Hij was bisschop van Rome in de eerste helft van de derde eeuw.  Een van de uitkomsten van dat onderzoek duidt er alweer op dat over het vroege Christendom vrijwel niets bekend is. Sterker nog: alle gegevens en gebeurtenissen die tussen de vermeende kruisdood van Jezus en het jaar 275, zijn verzonnen of dragen hooguit een uiterst bescheiden kern van historische waarheid in zich. De verhalen zijn geloofswaarheden die in de loop van de eeuwen het predicaat “historische waarheid” opgeprikt hebben gekregen.
Christenvervolgingen
De vroegste geschiedenis van het christendom is van voor naar achteren verzonnen. Tijdens het de periode van vroegste christendom, zo tot en met 312, toen Constantijn het keizerlijke Edict herriep aan de hand waarvan zijn voorganger Diocletianus christenen kon vervolgen, werden er beschrijvingen gemaakt van het leven en lijden van verschillende heiligen. De inhoudelijke, historische betrouwbaarheid van die verhalen is vreselijk twijfelachtig. Er zijn wel gevallen bekend waarbij de vervolgingen wel degelijk specifiek om christen gingen, maar dat zijn er 41 in totaal.
     Anders gezegd: van 41 gevallen van christenvervolging is het duidelijk, dat die echt hebben plaatsgevonden. Dat zijn er niet zoveel, hoewel er waarschijnlijk wel wat meer zijn geweest. Van die gevallen zijn de gegevens in de loop van de tijd verloren gegaan. Van veruit de meeste “christenvervolgingen” weten we zeker dat de mensen niet werden vervolgd omdat ze christenen waren, maar bijvoorbeeld belastingontduikers. Dat er onder de belastingontduikers christenen zaten ... is nog steeds zo.
     Vervolgingen met als doel christenen aan te pakken, zijn er vrijwel niet geweest – alleen bij Diocletianus vanaf 303. Alleen hij schreef wetgeving uit, aan de hand waarvan in het hele Romeinse Rijk christenen vervolgd konden worden om hun christen-zijn. Nero, Domitianus, Trajanus, Hadrianus, Septumus Severus, noch Maximianus hadden dat gedaan.
     In feite interesseerde het de gemiddelde Romein, inclusief de keizer, niet welk geloof je aanhing. Iedere straat in Rome kende zijn eigen religie, de bewoners waren afkomstig van het gehele Romeinse Rijk en dat was immens groot. “Iedereen,” vonden de Romeinen, “heeft het tegen dezelfde goden, ze hebben alleen andere namen.” Een zeer filosofisch standpunt (voor een gemiddelde Romein.)
     Er waren dus wel vervolgingen, maar lang niet zoveel als in christelijke kringen graag geloofd wordt. Het ligt voor de hand om er van uit te gaan dat er tijdens christenvervolgingen de meeste christelijke martelaren stierven en dat die een heiligenleven kregen en heilig werden verklaard. Dat zijn er bewijsbaar 41. En vanaf 312 waren er geen vervolgingen meer, even afgezien van incidenten in Milaan tijdens het bewind van de Ariaans-christelijke heersers van Visigotische herkomst, zoals Theodoric, die lang de baas waren in Noord Italië. Waar komen dan al die heiligen en heiligenlevens dan vandaan? Wat was na 312 het nut van die teksten?
De kerk in het Oost Romeinse Rijk
Vanaf ca. 100  was het Oost Romeinse Rijk langs alle grenzen permant in oorlog met hele series invallende Germaanse- en andere stammen. Daarom werd het Romeinse Rijk in tweeën gedeeld, waarbij de ene keizer in het Westen en de andere keizer in het Oosten de rijksgrenzen verdedigde.  
     Dat Oost Romeinse Rijk kende al heel vroeg verschillende vormen van christendom, zoals het Montanisme. Het christendom kende in die tijd geen über-bisschop, die voor alles en iedereen binnen de geloofsgemeenschap de regeltjes vaststelde.
     Er was geen vaststaande leer. Die is er nu nog niet, want er zijn meer dan 25.000 verschillende stromingen binnen het christendom. Iedere bisschop in iedere plaats was in die dagen een “zelfstandig opererende eenheid”. Wel circuleerden er destijds geschriften die ten dele in de Bijbel zijn terecht gekomen. Het Oosten kende een christendom dat eerder bestond uit “rituelen en gebaren” en werkte niet zo met teksten.
      De kerk van het Oosten stond in hoog aanzien binnen de christelijke gemeenschap. Het Oosten kende namelijk steden met gemeenschappen, die door de Apostelen zelf waren gesticht! We noemen Antiochië in Syrië (tegenwoordig helaas regelmatig in het nieuws onder de moderne naam Antakya) en verder Alexandrië en Jeruzalem en Ephese (Selcuk in het huidige Turkije). Oh! En Bagdag – Bagdad was toen een belangrijk christelijk centrum! Het christendom in het Oosten reikte tot in zuidelijk China, waar nog steeds kerken uit de 6e, 7e eeuw staan!
     De kerk van het Oosten had verder “wereldberoemde” christelijke geleerden zoals Origenes († na 254); had kerkvaders zoals Hiëronymus († ca. 420); had heiligen als Simeon Stylites de asceet (a-skese betekent afzien van), die nabij Antiochië twintig jaar lang op een paal in de woestijn zat. Op de vlucht voor zijn eindeloos groeiende aanhang en imitatoren trok hij steeds verder de woestijn in: het Oosten had beroemde abten, monniken en abdissen met ronkende levensbeschrijvingen zoals “de Lausiaca” verzameling, die teruggaat tot op de eerste kloosters, die in ca. 350 werden gesticht in de woestijnen van Egypte en Syrië. Ze hadden, tot slot, beroemde martelaren en heiligen.

Het christendom van die tijd was een volstrekt Oosterse aangelegenheid.
De kerk van het Westen
De kerk van het Westen, dat werd uiteindelijk Rome, kon tegen dat christelijke geweld uit het Oosten, helemaal niets inbrengen. Helemaal niets? Nou vooruit, een misschien heilig verklaarde bisschop van Rome, ene Telesphorus, die volgens de legendes in 125 werd doodgemarteld en in ca. 160 samen met Justinus de Martelaar heilig werd verklaard, maar dit is allemaal zeer onzeker. Telesphorus wordt door geen van de vroege kerkhistorici tot de heiligen gerekend.
     Maar laten we de vader van Irenaeus, bisschop van Lyon sinds 177 of 178, niet vergeten. Zijn vader Pontianus werd in 177 of 178 samen met een paar geloofsgenoten vervolgd en vermoord Het is wel zeker dat dat in Lyon en in Vienne, een plaatsje ten zuiden van Lyon, bekend om haar jaarlijkse jazzfestival, gebeurde. Misschien Telesphorus, de Martelaren van Lyon en Vienne. Dat was het wel. Alle slachtoffers van eventuele christenvervolgingen vielen in Noord Africa, Syrië en Palestina en in het huidige Turkije.
Het westen had dus abdijen, monniken, heiligen noch geleerden – afgezien van Hippolytus van Rome, een tijdgenoot van onze Urbanus I († 230?)

Dat kon zo niet langer. Ambitieuze bisschoppen van Rome gingen volgens dezelfde legendes al vanaf het derde kwart van de tweede eeuw aan de gang om zoveel mogelijk christelijke macht naar zich toe te trekken. Het belangrijkste wapen in de strijd was de stichting van de christengemeenschap van Rome door Petrus en Paulus. Dat moet 25 jaar voor hun dood zijn geweest. In 64, 65 of 68 zouden zij samen met andere christenen op bevel van Nero ter dood zijn gebracht. Het jaar is onzeker. De christenen zouden verantwoordelijk zijn geweest voor het platbranden van de stad Rome medio juli 68. Er zijn geen bewijzen voor; niet voor de brandstichting door christenen, noch voor de marteldood onder keizer Nero van Petrus en Paulus of andere christenen. Ook niet voor de stichting van de gemeenschap door Petrus en Paulus, overigens. Geloofswaarheid? Okay, maar geen historische.
Rome had geen enkele status
Het westen had, zoals gezegd, abdijen, monniken, heiligen noch Schriftgeleerden, kortom: de kerk van het Westen had geen enkele status in vergelijking met de kerk van het Oosten. Daarom werd er door ambitieuze Romeinse bisschoppen van alles verzonnen. Wat we namelijk zeker weten, is dat de evangelisatiereizen van de apostelen in ca. 300 door “kerkhistoricus” Eusebius, bisschop van Caesarea († 339) werden verzonnen.
     Petrus werd er door Romeinse kerkpolitici bij de haren bij gesleept. Petrus, en Paulus raakte op een zijspoor. Waarom? Geen idee. Petrus zelf verschijnt pas na 250 in de boeken als zijnde de eerste bisschop van Rome! Daarvoor komt hij op geen enkele lijst als zodanig voor! Heel merkwaardig.
     Petrus kreeg zo rond 200 de Macht van de Sleutels, een gouden en een zilveren, de kleuren die de vlag van het Vaticaan hebben bepaald, waarmee hij bepaalde wie er in de hel of in de hemel terecht zou komen. Absolute macht over leven en dood, dus. Tertullianus, een christelijke jurist uit Carthago († ca. 223), lachte zich helemaal slap om die onzin. De Macht van de Sleutels is ook de reden waarom reïncarnatie door de katholieken werd verboden: heeft Petrus net bepaald dat je voor eeuwig in de hel moet branden, zit je na een kwartier alweer in een ander lichaam! Weg almacht!
     Rome maakte Petrus tot de “eerste onder de Apostelen”, en “de rots waarop de kerk was gebouwd”, petros betekent rots in het Grieks, ook weer om Rome enig aanzien te geven. Rome werd dus gesticht door de “eerste onder de Apostelen” en niet door een speler van een bijrol als Marcus of Philippus of iemand anders van het tweede garnituur, nee: door Petrus zelf! De bisschoppen van Rome waren zo de opvolgers geworden van de “eerste onder de Apostelen”! Status dus.
     Ze probeerden ondertussen, op basis van hun pas verzonnen status en tot hilariteit van andere bisschoppen, bisschopsbenoemingen in omringende steden te bepalen. Onze Urbanus I was volgens informatie die niet in schriftelijke bronnen voorkomt, een behoorlijk onnozele alcoholist. Ook Urbanus, zo zeggen bronnen uit ca. 540, heeft zeven bisschoppen in andere steden aangesteld. Kolder, absolute onzin. Pas in ca. 1050 konden ze dat en het duurde nog wat langer voor ze konden bepalen wie er werd heilig verklaard en wie niet.
Heiligenlevens
Nu komen we weer terug op de heiligenlevens van na 312. Die heiligenlevens vertellen over het leven van de heiligen (dûh), over de wonderen en goede daden die zij tijdens hun leven en na hun dood verrichtten en hun doorgaans afgrijselijke dood. Hagios Nicolaos, onze Sinterklaas, weigerde al op zijn derde levensdag de moederborst. Hij kon kort daarop lopen (dus, ouders, als u uw zuigeling snel op de been wilt hebben, stap snel dan over op Nutricia.)
     Die heiligen hadden het volgens de verhalen dus vreselijk te verduren gehad. Quentin Tarantino in kwadraat. Je wilt het echt niet weten, maar we troosten ons met de gedachte, dat het bijna allemaal verzonnen was aan de hand van een voorbeeld. Dat voorbeeld bestaat uit de verschillende versies van “Het leven en lijden van Jezus”, die over de wereld verspreid raakten onder de verzamelnaam het Nieuwe Testament.
     Maar wat voor het vroegste christendom geldt, namelijk dat er niets met enige zekerheid over gezegd kan worden, geldt ook voor de teksten uit het Nieuwe Testament. Om de geschreven teksten enig gewicht te geven, werd gedaan alsof ze waren geschreven door mensen uit Jezus’ directe omgeving. Dat zouden de Apostelen Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes moeten zijn.
     Dit toeschrijven van teksten om gezag te verkrijgen, was overigens een vrij normale manier van werken voor schrijvers uit die tijd. Kerkvader Hiëronymus heeft op die manier meer geschreven dan hij tijdens zes of zeven aan elkaar vast gekleefde levens, voorelkaar had kunnen krijgen. Petrus citeert bij kerkhistoricus Eusebius een brief, die hijzelf in de vierde eeuw zou hebben geschreven ...
     Informatie over het leven- en lijdensverhaal van Jezus kwamen uit volksverhalen en brief- en dagboek fragmenten. Die beschreven een toch wel opvallende figuur, dat jarenlang in Jeruzalem zijn politieke verhaal had gedaan. Dat verhaal werd via reizigers en handelaren over Griekstalige havensteden verspreid. De verhalen bereikten Rome via haar kustplaats Ostia, waar een Griekstalige gemeenschap was die zich al heel vroeg, voor het verschijnen van de eerste Apostel, tot de volgelingen van Jezus rekenden. Dit ging niet  via overgeleverde religieuze teksten. De teksten uit het Nieuwe Testament zouden nog zo’n 260, 270 jaar op zich laten wachten. De Evangeliën werden rond 300 geschreven, voor een deel aan het hof van keizer Constantijn in Constantinopel. 
     Enige zekere kennis over waar of wanneer Jezus was geboren of wanneer of hoe hij stierf, is er niet. Die zijn er van zo goed als niemand in die tijd. Dat had enerzijds te maken met de bevolkingsadministratie uit die tijd, die bepaald niet optimaal was; anderzijds met de enorm hoge kindersterfte. Het was als ouder niet zo slim om je aan kleine kinderen te hechten, want de kans dat ze vier zouden worden, was te verwaarlozen... Binnen de christelijke gemeenschap werd ook niet veel geschreven, omdat men ervan uitging dat ieder moment de wereld zou vergaan, dus wat zou je je druk maken?
     Hoe dan ook: in de teksten die aan de Apostelen werden toegeschreven, werd voor eens en voor altijd duidelijk gemaakt wanneer Jezus werd geboren en wanneer hij stierf. Helaas hebben Mattheüs, Lucas, Marcus noch Johannes ooit een Evangelie geschreven. De informatie komt uit dagboeken en brieven en dergelijk, een ander deel bestaat wel uit oude teksten. Van Exodus bijvoorbeeld, waren in de eerst eeuw voor Christus al Griekse vertalingen in omloop; de eerder genoemde Montanisten bijvoorbeeld, gingen ervan uit dat Carenthus de Apocalyps had geschreven en niet ene Johannes, zoals de katholieken zeiden.
Kerst
De historici hebben geen idee wanneer Jezus geboren werd. Kerst als moment van geboorte is dus een slag in de lucht, meer niet. In verband met de Kerstviering is dat natuurlijk ... eh ... lastig. De datum 25 december komt uit een heel andere religie, namelijk die van de “Sol Invictus”. Dat is de cultus rond de Onoverwinnelijke Zon, hoogstwaarschijnlijk geen Scandinavische religie (LOL). Keizer Heliogabalus († 222), was geboren in Homs in Syrië en door zijn afkomst hogepriester van die cultus. Toen hij keizer werd, haalde hij de cultus naar Rome, inclusief een heel grote zwarte steen, die als symbool aanbeden moest worden. Dat Heliogasbalus niet zo oud werd, heeft onder andere hiermee te maken. De dag van de Onoverwinnelijk Zon werd omgerekend naar onze kalender op 25 december gevierd. Dat is één.
     Twee komt uit onze streken. Tegen het einde van de vijfde eeuw ging er voor het eerst een missionaris op pad, die vanuit het zuiden naar het noorden trok en uiteindelijk in Antwerpen terecht kwam. Hij stichtte verschillende kerken in Vlaanderen, zijn naam was Amandus, Saint Amand. Bijna een eeuw later verscheen Willibrord vanuit Engeland voor de kust. In tegenstellng tot Amandus trok hij wel de rivieren over, stichtte daar de kerk van Utrecht, die door de Friezen bij herhaling tot op de laatste steen werd afgebroken. Weer vijftig jaren later werd Bonifacius met zijn leger nabij Dokkum door min of meer dezelfde Friezen in de pan gehakt. Hij was met zijn kompanen driftig aan het evangeliseren geslagen in onder andere Frisia. Dat deed hij onder bescherming van de Frankische koningen, die sinds de doop van Clovis in 476 katholiek waren. 
     Maar de Germanen aan de noordkant van de rivieren waren niet christelijk en waren niet van plan dat te worden, omdat dat betekende dat hun Frisia direct onder de bisschop van Rome zou komen te vallen en onder de opvolgers van koning Clovis -- tuig van de richel, mogen we gerust zeggen.
     Inhoudelijk hadden de missionarissen de Germanen ook niet veel te bieden. De Germanen hadden tenslotte hun geloof, waar ze erg tevreden mee waren; ze hadden geen behoefte aan het christendom. Dus was het leger van de Frankische koningen van groot belang bij de evangelisatie. 
     Die christenen hadden dan ook de meest idiote ideeën, zoals het idee, dat hun leider geboren was uit een maagd! In gedachten zien we de Germanen van hun kruk aan de Stammtisch vallen van het lachen, schaterlachend nemen er nog een. De truuk die de missionarissen gebruikten, was het overnemen van delen van de Germaanse cultus. Ze namen bijvoorbeeld de Germaanse goden over en noemden ze “heiligen”. Hagios Nicolaos bijvoorbeeld -- Sinterklaas, wie kent hem niet? -- de bisschop van Myra in Turkije, werd de Germaanse god Olof, die ook de zeelui beschermde.

     En de missionarissen namen de dag waarop de Germanen dennenbomen in de fik staken over. Dat deden de Germanen in een poging om de onoverwinnelijke zon weer terug te krijgen, die midden in de winter mooi verdwenen was, zeker in de noordelijke streken. En het hielp, want een poosje later was de zon er weer! Nu deden de Germanen dat op de 21e, de kortste dag. De synthese tussen Sol Invictus, christendom en de Germaanse religie bestond uit de geboorte van Jezus op 25 december.
     Tot slot gaan we nog even terug naar de heiligenlevens. De heiligenlevens bleven geschreven worden om de concurrentie met het Oosten aan te gaan. “Kijk eens”, zeiden de bisschoppen in het Westen op deze manier, “wij hebben ook geweldige heiligen, wij hebben hele volksstammen die heilig zijn!” De aantallen heiligen, okay, die waren respectabel geworden. Het niveau van de heiligen was echter bepaald beroerd. Zo werd er een man heilig verklaard, omdat de bevolking van de stad Narbonne geen stenen naar hem gooide! Blijkbaar was dat daar bon ton, maar hij moest wel een heilige zijn om dat ze geen stenen naar hem gooiden! Rome kon het blijkbaar niet winnen op kwaliteit – nou, dan maar op kwantiteit. Verder waren er veel heiligen nodig om de Germaanse godenwereld te neutraliseren.
     En onze goede vrind Urbanus I? Die speelde in dit hele verhaal geen enkele rol. Zijn levensverhaal werd pas ca. 1275 geschreven. Hij werd niet ingezet in de prestigestrijd met het Oosten, hij speelde geen rol bij de evangelisatie van het noorden ... Urbanus was volledig vergeten. 
     Uiteindelijk werd het Oost Romeinse Rijk overgenomen door het Boeddhisme, Hindoeïsme en Islam. Alle beroemde steden uit het roemruchte christelijke verleden, de apostolische stichtingen, werden door de Islam overgenomen. Rome mag de Islam wel dankbaar zijn.

donderdag 10 oktober 2013

Over de Vier Witte Moordenaars en de Bergmarmotjes


 Amstelveen, waar ik woon, kent een buurthulpdienst die aanvragen voor allerlei vormen van hulp coördineert. Die hulp komt heel vaak bij ouderen terecht. Zelf rijd ik regelmatig met ruimschoots–bejaarden naar fysiotherapeuten en specialisten in meerdere ziekenhuizen.

Een van de dames die ik rondrijd, is mevrouw D en ze is 82 jaar. Doorgaans kwiek van geest, maar het lichaam wil niet meer zo erg. Ze vroeg me of we eens in de vier weken ongeveer naar de bio–winkel zouden kunnen rijden om haar immer slinkende broodvoorraad aan te vullen.
“Speltbrood koop ik altijd,” zei ze, “daar heb je tenminste wat aan. Die goedkope kleffe meuk uit de supermarkt is geen brood. Het heeft er niet eens naast gelegen.” Waarvan acte. Of ze inderdaad “meuk” zei, weet ik niet zeker meer. Vervolgens moest ik denken aan de tijd dat ik in Oosterhout (Brabant) bij Roy Martina werkte. Op kantoor, da’s niks voor mij, ik was er zo weer weg. Maar in die tijd heb ik toch een hoop opgestoken over voeding. Een deel van het onderstaande komt bij Roy vandaan.
Centraal in dit verhaal staat disfunctie van de dikke darm. Disfunctie betekent hier “hij doet het wel, maar het houdt allemaal niet over”. Dikke darm wordt enerzijds opgevat als ding dat in je lijf zit en anderzijds als Dikke–Darm (met hoofdletters), een energiesoort die in China Da Chang wordt genoemd. Dus hebben we het hieronder ofwel over de dikke darm, en dat is dan medisch, of Da Chang, en dat is Chinees en dus energie. Kenmerken van energetische disfunctie waren bijvoorbeeld het vasthouden van oude, versleten patronen, hoe ongezond ze ook maar zijn; het niet los kunnen laten (met als mogelijkheid: aanzienlijk gewichtstoename); iedere ochtend om een uur of vijf wakker worden en niet meer in slaap kunnen komen; controledrift en/of tobberigheid, het steeds weer opnieuw herkauwen van dingen die allang niet meer relevant zijn. 
Maar daar gaat het nu niet over. Of toch wel? Als Oma van Kleinkind Lever & Galblaas is disfunctie van Da Chang een mogelijke achtergrond voor migraine. Verkeerde voeding is weldegelijk een mogelijke achtergrond voor migraine en dat komt omdat verkeerde voeding de werking van Da Chang verstoort. En de Vier Witte Moordenaars bestaan uit voeding. We bedoelen zout, geraffineerde suiker, witbrood en melk. En het bergmarmotje – onder kenners bekend onder de naam Marmota Marmota, ook wel “Alpenmarmot”? Dat wordt vanzelf duidelijk.

1e Moordenaar: zout.
Zout is giftig. De slaven die vroeger aan de noordkust van Zuid Amerika de kwaliteit van het zout moesten proeven, werden niet oud. De lastigheid zit ‘m in het formaat van de zoutkristallen. Die zijn te groot om door de nier gefilterd te kunnen worden; zout beschadigt de fysieke nier wanneer de hoeveelheid te verwerken zout te groot wordt. Zoutloos eten is gezonder dan met zout eten. Vele bewerkte voedingsstoffen bevatten al hopen zout; het is niet verstandig om er extra bij te doen.

Maar ja. Sommige mensen hebben een voorkeur voor zout, zoals anderen dat voor bitter, zoet, peper of zuur hebben.
2e Moordenaar: geraffineerde suiker
Geraffineerde suiker is bijzonder schadelijk. Het veroorzaakt witschimmel in de darmen. Daardoor kan de darm niet meer goed doen waarvoor hij bedacht is, namelijk het op systematische wijze voedingsstoffen uit de voedselbrei te plukken. Er zit een laag schimmel die de darmwand bedekt en de opname van voedingstoffen bemoeilijkt. Daarnaast is het inmiddels duidelijk dat suiker één van de achtergronden van ADHD en alle “moderne” D varianten is.
3e Moordenaar: witbrood
Blijf van witbrood af! Denk aan mevrouw D van 82! Alle soorten witbrood kun je beter mijden. Ook hier lopen we het risico op woekering van witschimmel in de darmen. Kwalitatief volwassen brood, bij voorkeur uit de natuurwinkel, is veel voedzamer.

Ter relativering melden we nog even dat je niet acuut omvalt van een keer witbrood, een keer teveel zout of geraffineerde suiker. Maar wanneer het in hoge mate deel uitmaakt van je dieet: stoppen ! Volkoren, bio, zwaar en donker brood. Moet je eens kijken wat een energie je na een poosje hebt! Let eens op hoe de dreigende hernia in je onderrug verdwijnt! Moet je kijken hoeveel je afvalt!
4e Moordenaar: melk
Toen ik nog bij Roy werkte, waren er slechts Drie Witte Moordenaars, maar recent heb ik de vierde toegevoegd: melk. Melk krijgt in deze tekst ook wat meer aandacht dan de bovenstaande moordenaars. Dat komt omdat er op bijvoorbeeld Facebook recent al veel over werd geschreven.

Boter, kaas en melk daarentegen worden door velen gelijk gesteld aan goud, wierook en mirre. Melk is een beschermd product, net zoals Monsanto alle broccoli ter wereld controleert. Melk staat van koe tot eindproduct onder controle; melk is in handen van de zuivelmaffia, net als de bliktomaten in Zuid Italië. Er worden–net als met broccoli–bakken met geld verdiend aan melk en melkderivaten. Het argument achter de bescherming en de monopolie-positie van de bedrijven, is “bescherming van de voedselketen”, maar de bescherming is niet meer dan economisch geïnspireerd. Volksgezondheid is een hinderlijke factor, wanneer grote bedrijven veel geld kunnen verdienen. Geld is de redenen achter de controle op- en de heiligverklaringen van melk, maar het zou ook nog gezond zijn.
Gezond dus.
G.E.Z.O.N.D.
Onthoud dat woord.
Er zijn echter goede redenen om met een boog op het spul heen te lopen:

Koemelk-intolerantie
Kleine mensjes drinken net als alle kleine zoogdiertjes melk. Olifantjes drinken olifantjesmelk bij moeder olifant; dolfijntjes drinken dolfijntjesmelk bij moeder dolfijn; bergmarmotjes drinken veertig dagen lang bergmarmotjesmelk bij moeder bergmarmot; mensjes drinken koeienmelk. Maar het aantal kinderen met een koemelkintolerantie is gigantisch toegenomen tot zo’n 75%, en dat terwijl koeienmelk zo gezond is! Blije, vrolijke, opgewekte, weldoorvoede, blanke  Danoontjerakkers op de reclame nemen al rondhuppelend nog  een zuiveltoetje! Blij, blij, blij! Het gros van de kinderen wordt er doodziek van, tegenwoordig.
Houdbaarheid

Mensjesmelk komt van een koe–zoveel is duidelijk. Na WO II kende West-Europa een enorm tekort aan voedingsmiddelen. Melk zat in een koe en als de melkman kwam, dan nam je van huis een grote kan mee die werd vol geschept met verse melk met room, net een uur onder de koe vandaan. Dergelijke melk bevat allerlei voedingsstoffen die op deze manier in een rechte lijn bij de destijds zwaar ondervoede bevolking terechtkwam. De tekorten waren zo groot, dat iedereen baat had bij verse melk.

Maar kijk nu eens in de supermarkt. Daar staat afgeroomde melk die is gepasteuriseerd en gesteriliseerd. Alle voedingsstoffen in het vet zijn door middel van het afromen uit de melk gehaald. Wat er over blijft aan nuttige stoffen zoals bepaalde bacteriën, wordt onder het pasteuriseren, en steriliseren doodgekookt. “Verse” melk uit de winkel bestaat uit een pak vol microscopische lijken en is niet vers, maar houdbaar.
Onverteerbaar
Roy vertelt in één van zijn boeken dat Nutricia poedermelk stuurde naar gebieden in Afrika, de Sahel–landen, waar in de jaren ´60 en ´70 van de vorige eeuw enorme hongersnood was. Nutricia’s streven ’s mensen hongersnood te lenigen verdiende lof. De oorzaak van de hongersnood was lang aanhoudende droogte. Het had er al in geen “eeuwen” meer geregend. Poedermelk moet worden aangemaakt met water.

De mensen in Afrika die wel van het spul hadden gedronken, raakten vreselijk aan de diaree, de noodrem uit de natuur. Als er voedingsstoffen in de darmen komen die niet verwerkt kunnen worden, bijvoorbeeld omdat ze bedorven zijn, slaat de dikke darm alarm en jaagt alles het lichaam uit. De maag heeft ook zo’n redmiddel: overgeven. Mensen in de Sahel konden niet tegen koeienmelk. Hierop besloten zij om het witte spul dan maar als bescherming tegen de zon op de hutten te smeren. Op de muur is wit best een mooie kleur en het reflecteert het zonlicht. Koeienmelk is in principe ongeschikt voor menselijke consumptie. We hebben geen vier magen om het spul af te breken. Het is voor de mens in heel vervuilend.
Botontkalking
“Melk is goed voor je botten. Dat komt door alle kalk die er in zit.” Waar die fabel vandaan komt is ons niet duidelijk. Kijk nou eens naar het olifantje, dat olifantjesmelk kreeg van zijn olifantenmoeder, of de bergmarmot. Zowel de olifant als de bergmarmot stoppen op een bepaald moment met het drinken van melk. De olifant na circa 4 jaar, de bergmarmot na 40 dagen. Daarna raken ze het spul niet meer aan. Hebben ze nu zulke zwakke beenderen? Nee, bepaald niet.

Hoe anders is het met de mens, vol gezonde melk! In landen waar volwassen mensen koeienmelk drinken (Australië, VS, UK, NL), komt botontkalking veel voor. In Frankrijk, waar men koeienmelk overwegend aan de koeien laat, komt het vrijwel niet voor. Ook het Afrikaanse volk dat werd verblijd met de gulle giften van Nutricia, stonden en staan bekend om de goede kwaliteit van hun gebeente. Het natuurlijke proces dat er voor zorgt dat naar mate ’s mensen jaren oplopen de elasticiteit uit de beenderen verdwijnt, wordt niet gecompenseerd door middel van het nog meer drinken van melk. Het werkt averechts en versnelt de ontkalking. Het is allang bekend, allang.
Slijm en kou
Vanuit de TCM zijn er ook overwegende bezwaren tegen het gebruik van melk zoals wij dat doen. Het gaat dan om twee aspecten: slijm en kou. Kou in het lichaam wordt in de TCM gezien als de allergrootste ziekmaker die er is. Kou moet altijd en hoe dan ook uit het lichaam worden verwijderd. De kwaliteit van een traditionele Chinese arts werd beoordeeld aan de hand van zijn vaardigheid om kou uit het lichaam te verwijderen!

Kou in het lichaam veroorzaakt verslijming van onder andere de luchtwegen. Kinderen met buisjes in de oren – slijm, vaak door melk veroorzaakt. Slijm vertraagt het stromen van energie door het lichaam via de meridianen, kou veroorzaakt vertraging, verslapping, inzakken, slapen … De kou moet eruit en niet in het lichaam bewaard worden, laat staan aangevuld. Wordt de kou er niet uitgehaald maar “bestreden” door middel van pilletjes, kun je er gif op innemen dat iemand na verloop van tijd een veel ernstiger kwaal heeft.

Melk = kou = slijm.

Melk komt niet van de koe maar van de koelkast. Melk is houdbaar en dus koud. Melk verslijmt van zichzelf heel erg. Daar komt een chronische verkoudheid bij. Ook de dikke darm verslijmt, waardoor voedingsmiddelen niet meer uit de voedselbrei geplukt kan worden. Koeienmelk is voor mensen een pathogene factor.
Tennisarm en TCM
ADHD kwam net even voorbij. Medisch opgeleide cynici, verenigd in de “Vereniging tegen Kwakzalverij”, roepen dat ADHD in al zijn varianten een modeverschijnsel is, dat ADHD een hype is en dat het dus wel weer zal overgaan. In Algemeen Beschaafd Amsterdams vertaald betekent dat: “Kinderen waarvan de ouders zeggen dat ze ADHD hebben, moeten niet lopen zeiken. Aanstelleritis met verhoging.” Twintig jaar geleden hadden we de tennisarm–hype, de golfarm–hype en de – wat was die andere ook weer? Bridge–wenkbrauw? Judopols? Hoe dan ook – die hypes zijn ook overgegaan.

Maar laten we eens beter kijken naar de tennisarm. In de praktijk zijn er een verlammende pijnplek op de arm, op de bovenkant van de onderarm, vlakbij het gewricht. De arm voelt lam aan, er is geen spierbeheersing meer, men kan de arm niet meer optillen of naar de rug draaien. Dat pijnlijke punt bij de elleboog (“ah-shi” punt genoemd, naar het Chinees voor !*&^@Ħ¾ΨЮњ#*!!) maakt deel uit van de Dikke Darm Meridiaan, hieronder afgebeeld (plaatje: www.hvandervet.nl.)

Wij Chinezen weten dat dit ah-shi punt, hier Dikke Darm 11 genoemd, deel uitmaakt van een systeem van meridianen dat over het hele lichaam is verspreid. Zoals we zien begint die Da Chang  meridiaan op de duimkant van de wijsvinger, loopt over de bovenarm, via de hals naar de zijkant van de neus aan de andere kant.

Als DiD 11 pijnlijk is, zijn er nog veel meer punten pijnlijk, zeker 4, 10, 12, 14 en 15. Met betrekking tot gedrag zien we dat mensen met een tennisarm aan één of meerdere van de bovengenoemde kenmerken voldoen: iedere ochtend om 5 uur wakker worden, controledrift, gewichtstoename, vasthouden aan oude patronen … Als je op ah-shi punten drukt, gaat de bezitter ervan door het dak. Niet doen dus. Als we nog verder kijken vinden we bepaalde plekken op de voetzool die erg pijnlijk zijn en geld hetzelfde voor reflexzones op de buik en op de rug, en vertoont het voorhoofd teveel rimpels.
In de tijd dat deze “tennisarm hype” hype was, was het Aquariustijdperk al onderweg. Gevoeligheid van vele mensen voor hun omgeving nam met sprongen toe. Mensen die de hele tijd achter PC’s zaten, met elektronische apparaten werkten of heel veel herhalende bewegingen maakten met hun arm, kregen een “tennisarm”. Officieel heette de kwaal “repetitive strain injury”, (RSI), oftewel: pijn door een herhaalde beweging. Voor iemand die dagelijks vele uren achterelkaar een computermuis in handen heeft gehad, zal dat zeker hebben gegolden, voor iemand die in zijn “tuin”, zijn broeikas, per seizoen meer dan 100.000 Gerbera’s met dezelfde beweging uit de grond haalt, ook. Daarvoor is RSI wel een aardige verklaring, massage en variatie aanbrengen in het bewegingspatroon is een goede remedie. Maar wie wist er van teveel zout? Geraffineerde suiker? Witbrood en melkproducten?

Deze en vergelijkbare kennis uit de TCM gaat aan het huidige medische circuit voorbij als de kwintessens van de kernfysica aan een nestje jonge bergmarmotten. Lieve, lieve beestjes, maar ach …

Earth Calling Niburu! Earth Calling Niburu!

De laatste dagen zie ik regelmatig teksten van Niburu op Facebook voorbijkomen over contacten met buitenaards leven. Is dat nou zo bijz...